Projectweek

Dit is een verhalende samenvatting van het verslag van het Project "Vertel maar... Wat is jouw verhaal?" in de projectweek van 2013 op het Stedelijk Gymnasium Nijmegen. Een veel uitgebreider en onderwijskundig verantwoord verslag vind je hier. Ook zoiets organiseren? Ik werk en denk graag mee!

In de projectweek van mijn school heb ik met acht enthousiaste leerlingen gewerkt aan verhalen en vertellen. In vier dagen wilde ik bereiken dat leerlingen een zelf vormgegeven verhaal konden vertellen voor publiek. Ik wilde ze leren om zich te verbinden met een verhaal en zo met effectieve beelden en emoties, met beweging en stem, in contact met het publiek een spanningsboog op te bouwen.

We zijn op dinsdag begonnen met een kennismakingsronde. Een voorwerp stelde de leerling voor: “Ik ben de fietsensleutel van Marijn. Zij is mij altijd kwijt…” Daarna maakten we kennis met ieders favoriete verhaal. Dat liep uiteen van sprookjes en een autobiografisch verhaal, via The Hunger Games en Harry Potter naar een lokale legende. Ieder stelde een ander voor aan de hand van zijn favoriete verhaal.

Aan de hand van de fabel van Tiddalik de kikker hebben we gewerkt aan verhaalanalyse. Daarna hebben we samen scènes uit het verhaal vormgegeven: “Het was zo droog dat de dorre struiken vanzelf in brand vlogen… Dat de vissen lagen te spartelen op de bodem van de drooggevallen rivieren…” Ze hebben nagedacht over de personages in het verhaal. Dat leverde pareltjes op als “Wombat de emo-gothic” en een “Killer Kangoeroe met een Kettingzaag”. Als afsluiting mochten ze het verhaal van Tiddalik in een compleet eigen versie navertellen. Zo hoorden we over een Luchtzuigende Ruimte-octopus en kregen we een mooie symbolische variant over rijk en arm en samen delen. Ook nu weer kwam de kettingzaag een paar keer langs, waarna we onze groep maar hebben omgedoopt tot “Vertellersteam Chainsaw Obsession”

Op de tweede dag zijn we eerst een verhaal gaan improviseren met behulp van Saga-kaarten en Storycubes. Daarvan maakte een leerling een spannend live-verslag in de eerste persoon van een brute moord: “Ik doe de deur open, het mes al in mijn hand. Daar is de koning, maar naast hem: de prinses!”

Toen was het tijd om naar buiten te gaan. In groepjes van drie gingen de leerlingen voorwerpen kopen in de stad, waarbij ze een verhaal konden vertellen. Die verhalen hebben we uitgewisseld in het park voor de school bij een klaterende fontein die uitnodigde om luid te vertellen en goed te articuleren. ’s Middags is vooral gewerkt aan het kiezen, zoeken, analyseren en kleur geven van het verhaal waaraan we donderdag en vrijdag zouden werken. Daarbij maakten leerlingen mindmaps, plattegronden en personageformulieren van hun verhalen. Aan het eind van de middag hebben we al de verhalen in een eerste versie al eens gehoord.

Op donderdagochtend hebben we alle verhalen in kleine subgroepjes en in de grote groep gehoord, voorzien van feedback en geoefend. ’s Middags maakten de leerlingen posters om ons optreden aan te kondigen. In hun poster verwerkten ze een tekening bij hun eigen verhaal.

De laatste dag hebben we ’s ochtends nog een oefenronde in subgroepjes gedaan, daarna ter ontspanning een spelletje Dixit en Weerwolven en toen: generale repetitie. ’s Middags was het tijd voor de uitvoering. Ondanks de onvermijdelijke zenuwen is er geweldig verteld. We hoorden sprookjes, waargebeurde verhalen, horrorverhalen en een verhaal vol absurde humor. Verbazend genoeg zonder kettingzagen…

Ik was erg trots op mijn leerlingen: sommigen hebben geleerd om stil te staan bij het vertellen, anderen om het publiek aan te kijken of om een spanningsboog in hun verhaal te brengen. Weer anderen hebben leren werken met beelden en emoties. Ze hebben me allemaal verbaasd: het meisje dat enorm kan rebbelen bleek opeens een heerlijke rust en diepte in haar stem te hebben. Een ander meisje danste bijna letterlijk door haar verhaal met prachtige bewegingen. Weer een ander slaagde er bij de uitvoering voor het eerst in om rust en spanning in haar verhaal te brengen. En nog een ander wist het publiek bijna tot tranen toe te bewegen. Ze hebben zich allemaal met hun verhaal weten te verbinden en dat kwam over bij het (helaas wat schaarse) publiek.

Twee dingen heb ik er zelf van geleerd. Kinderen van deze leeftijd (12-15 jaar) kiezen graag heftige onderwerpen voor hun verhalen: grote emoties (fobieën), heftige gebeurtenissen ((zelf)moorden, holocaust), fantasy-personages (vampieren) en absurde humor (Sammie de obese homo-eekhoorn). Subtiliteit is niet erg aan hun besteed…

Daarnaast werkten de snelle, korte werkvormen van de eerste dag beter dan de lange, rustige van de laatste twee dagen. Deze leerlingen willen graag “zappen”. Niet of half ingevulde tijd wordt al snel klooitijd…

Maar ik neem vooral mee dat je met pubers geweldig kunt werken aan verhalen en vertellen en ik heb van hen weer heel wat verhalen in mijn eigen rugzak gekregen: Ellie Frank, De Zonnegodin en de Maangodin, De Fontein van het Fantastische Fortuin, Sammie, Het Meisje met het Masker, Het Meisje in de Flat, Immortal Blood, Night White. Bedankt Janine, Eefje, Julia, Tom, Teddy, Iris, Naistia en Merel!